Samenlezenisleuker (19 augustus 2017)

Het enthousiaste team van Samenlezenisleuker heeft ook mij geïnterviewd.
Dit interview is ook te lezen op hun website. En vergeet niet om lid te worden van hun facebookgroep.

Wie is Liesbeth? Kan je jezelf voorstellen in 3 zinnen?
Mijn naam is Liesbeth Jochemsen, geboren in Zeist in 1987, getrouwd, werkt als laborant en woonachtig in Olst. Ik houd van schrijven (dûh) en lees graag historische romans en fantasy. Ik kan goed alleen zijn, wat ook van pas komt tijdens het schrijven, aangezien ik van teveel achtergrondlawaai raak afgeleid.
Waar komt de liefde voor het schrijven vandaan?
Nog voordat ik kon lezen en schrijven, verzon ik al verhaaltjes. Toen ik op school leerde dat meerdere letters achter elkaar een woord vormen, meerdere woorden achter elkaar een zin en wat je daar allemaal mee kunt doen, wist ik dat ik later schrijver wilde worden. Het is denk ik iets dat altijd in mij heeft gezeten. In de loop der jaren wilde ik van alles worden, van archeoloog tot de journalistiek, maar de wens om te schrijven is altijd gebleven. Toen ik naar de middelbare school ging wilde ik maar 1 ding: schrijver worden. En bij de overgang naar het MBO was dat niet veranderd. Omdat ik destijds pas 15 was en tussenjaren vaak pas vanaf 17 jaar waren, en ik geen idee had wat ik dan wilde worden, werd het nog best lastig om wat anders te vinden.
Schrijven is iets dat ik altijd ben blijven doen en ik heb thuis schriften en mappen vol met korte en langere verhalen, sommigen van 2 A5-jes vol met hanenpoten en spelfouten, anderen uitgetypt van zo’n 50 bladzijden en alles ertussen.
Je tweede boek komt bijna uit. Is dat net zo spannend als het eerste boek?
Ik voel me enorm trots dat mijn tweede boek, Het goud van de Gelaarsde Kat, op 9 december uitkomt. Dit boek is een los te lezen vervolg op mijn eerste boek. Het is voor het eerst dat een boek van mij bij een reguliere uitgeverij uitkomt, en dat is echt een droom die uitkomt! Omdat mijn eerste boek, De verdwenen prinses van Geografie, is uitgebracht via een POD- uitgever (Printing On Demand, een boek wordt pas gedrukt als het verkocht is en je moet alles zelf doen) is het niet echt met elkaar te vergelijken. Mijn eerste boek had ik af, ik publiceerde het en deed (en doe nog steeds) zelf de promotie. Voor mijn tweede boek heb ik al een lijst met aandachtspunten gekregen wat betreft spelling, taalgebruik en interpunctie en daarna moet de eindredactie nog … Omdat ditmaal de uitgever veel voor mij doet, ook wat betreft promotie, is dit weer heel anders. Ik denk al met al dat het de tweede keer spannender is, maar dan vooral omdat ik voor het eerst bij een reguliere uitgever zit en ik soms nog steeds niet kan geloven dat het echt waar is.

Wie of wat inspireert je tijdens het schrijven?
Mijn grootste inspiratie tijdens het schrijven zijn sprookjes. De verdwenen prinses van Geografie is bijvoorbeeld gebaseerd op het verhaal van Doornroosje en in Het goud van de Gelaarsde Kat komen ook weer tal van sprookjes voor. Daarnaast laat ik me soms ook inspireren door mythen en legenden.
Je eerste boek is fantasy, lees je dat zelf ook graag? Zou je ook een ander genre willen schrijven?
Zelf lees ik voornamelijk historische fictie en fantasy, maar daarnaast lees ik ook feelgood romans, oorlogsboeken, waargebeurde verhalen (liefst met happy end) en historische biografieën. Eigenlijk lees ik alles wel, alleen thrillers hou ik niet zo van. Het lijkt me ook leuk om een keer historische fictie te schrijven, hoewel je daar natuurlijk goed onderzoek voor moet doen en dat wat lastig wordt met een fulltime baan. Bij fantasy kan je lekker alles zelf verzinnen, al moet je wel opletten dat alles geloofwaardig blijft en je jezelf niet gaat tegenspreken. Maar dat geldt denk ik voor elk verhaal.
Hoe is de samenwerking met BOEK10 tot stand gekomen?
Via Facebook was ik al verschillende keren in aanraking gekomen met BOEK10 van Godijn Publishing. Het leek me ontzettend leuk en gaaf om daaraan mee te mogen doen. Op hun website staat dat je manuscript gereed moet zijn voor eindredactie en minimaal 60.000 woorden moet tellen. Op dat moment moest ik nog ongeveer een derde van Het goud van de Gelaarsde Kat schrijven en zat ik pas aan de 45 000 woorden. Ik verwachtte niet dat ik die 60 000 zou halen, hoewel het mij geregeld overkomt dat ik voor een nieuw hoofdstuk tekst heb voor een halve bladzijde, wat uiteindelijk soms wel 10 bladzijden wordt. Ik besloot om eerst verder te schrijven, eerlijk gezegd ook een beetje uit spanning. Maar BOEK10 bleef lokken en uiteindelijk heb ik Godijn Publishing een mailtje gestuurd met de vraag of ik mee kon doen met de editie van het najaar 2017 en wat daarvan de deadline was. Binnen enkele dagen moest ik een beslissing nemen en daarna had ik enkele weken om Het goud van de Gelaarsde Kat af te schrijven, wat uiteindelijk gelukt is.
In De verdwenen prinses van Geografie gebruik je een soort “eigen” taal, Emme en Eppe (moeder en vader), hoe kom je daar op?
De ik-persoon uit De verdwenen prinses van Geografie, heeft het vaak over haar moeder. Ik vond “mijn moeder” of “mamma” een beetje kinderlijk en heb gezocht naar een alternatief. Via Google Translate heb ik zowel “moeder” als “mamma” vertaald in tig talen. Uiteindelijk zag ik een vertaling die “emme” luidde. Vraag me niet welke taal dat was, dat ben ik vergeten. Emme werd toen mamma/ moeder in mijn boek. Omdat in emme de m van mamma zit, besloot ik dat eppe, met de p van pappa, dan pappa/ vader moest betekenen. En een samenvoeging van die twee, empe, werd dus ouder. Zet overal een s achter en je krijgt het meervoud en met bijvoorbeeld groot ervoor krijg je een grootemme oftewel grootmoeder. Verder spreken mijn personages gewoon Nederlands, dat is wel zo makkelijk.
Je schrijft in de samenvatting op Hebban dat jezelf de prinses van topografie bent. Wat vind je leuk aan topografie?
Deze vraag snap ik niet helemaal. De samenvatting op Hebban is geschreven vanuit het ik-perspectief van de hoofdpersoon. Dit ben ik dus niet zelf, maar het is prinses Dorarosa. Ik weet niet of ik met haar wil ruilen, lees De verdwenen prinses van Geografie maar en beslis zelf of je dat wel of niet ziet zitten.
Ik denk niet dat Dorarosa erg van Topografie houdt, waarom niet kan ik hier niet zeggen.
Ik ben nooit goed geweest in topografie en ben nog steeds niet goed in kaart lezen.
In mijn boeken zijn Topografie en Geografie trouwens landen. Ik was op zoek naar twee namen voor twee buurlanden, toen ik een programma op tv zag. Hierin moest iemand topografische vragen beantwoorden, waarbij de deelnemer steeds geen idee had van waar iets lag. Op een gegeven moment vroeg iemand haar: “jij weet ook niets van topografie, hè?” Waarop zij antwoordde: “Topografie? Is dat een land?” Op dat moment had ik mijn eerste naam voor een land. De naam Geografie vond ik daar goed bij passen en dat werd de naam voor het andere land.

De interviewer was een beetje een waailap en had de samenvatting op Hebban verkeerd begrepen. Maar gelukkig geeft Liesbeth een duidelijke uitleg en weten we hoe het zit. Natuurlijk willen we Liesbeth bedanken voor haar tijd.

Niets missen? En leuke extra's ontvangen? Word dan lid van de Mythische Mare.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *