Inmiddels heb ik een lange reeks verhalen geschreven, waarvan een heel aantal zijn gepubliceerd. De meeste verhalen schreef ik in de eerste persoon (ik) of in de derde persoon (hij/ zij). Mijn personages waren allemaal mensen. Eén keer had ik een personage die in een kat veranderde, dat deed ik in Het goud van de Gelaarsde Kat. Toch zijn er nog veel meer manieren om een verhaal te schrijven. Een aantal daarvan heb ik al uitgeprobeerd, of daar ben ik mee bezig. Een deel van onderstaande manieren komt terug in de fairytale fantasy verhalenbundel Mozaïek van Geluk.
- Een verhaal in de tweede persoon (je en jij)
- Een verhaal op rijm
- Een voorwerp/ ding als hoofdpersoon
- Een verhaal waarin het geslacht van de personages onbekend is
- Een verhaal zonder dialogen
- Een verhaal dat uitsluitend uit dialogen bestaat
- Een verhaal in de toekomende tijd
Meestal schrijf ik fairytale fantasy, maar af en toe probeer ik ook uitstapjes naar andere genres te maken. Zo is het verhaal De schelpenketting en het mes, dat gepubliceerd is in De storm van 2020 meer een thriller geworden, hoewel het gebaseerd is op een oude legende. Daarnaast schreef ik voor het eerst een sciencefiction verhaal.
Welke verschillende vertelmanieren heb jij als schrijver voor je verhalen gebruikt? En welke zou je graag eens willen uitproberen?
Dankjewel voor de goede adviezen voor het schrijven van een boek, Liesbeth.
Hier heb ik heel veel goeds aan!
Leer ik weer heel veel van en brengt mij weer verder als auteur!
En dat is weer heel fijn en ben ik heel blij mee!
Hartelijke groet,
Suzanne van den Buijs
Heel erg interessant en leuk je bericht over Stijl en perspectief.
Het is echt heel leerzaam.
Bij mijn gedichtenbundel:
Suus Leven met Asperger heb ik de rijm manier gebruikt voor het schrijven van de gedichten hierin.
Ik ben nu bezig met een autobiografie,
Maar Asperger bestond toen toch niet?
En daar schrijf ik over mij als iemand met het Syndroom van Asperger, een vorm van autisme.
Daar zijn de personen en inclusief ik allemaal personen die echt bestaan,
maar gebruik ik niet de echte namen van de personen en mezelf die er in voorkomen maar synoniemen, dus andere namen dan dat de personages en ik in het echt heten.
Dit ook in geval van de privacy voor al die mensen.
Want niet iedereen wil altijd met naam en toenaam benoemd worden in een boek.
Alle voorbeelden die jij opgeschreven heb van schrijven lijkt het me heel leuk en leerzaam om een keer uit te proberen.
Daar gaat het denk ik vast nog wel een keer van komen.
Hartelijke groet,
Suzanne van den Buijs
Voor een dichtbundel werkt rijm inderdaad heel goed, al hoeft een gedicht niet te rijmen.
Bij een autobiografie, of bij een boek met autobiografische elementen, is het inderdaad verstandig om namen te fingeren. Als een verhaal persoonlijk te dichtbij komt om er over te kunnen schrijven, kun je vertellen vanuit de tweede persoon, zodat je iets meer afstand creëert. Maar iedere vorm van vertellen heeft voor- en nadelen. Uiteindelijk moet je doen wat het beste bij dat ene verhaal/boek past.