Afgelopen vrijdag volgde ik samen met Aaltje Blankman, auteur van Een klein beetje vertrouwen, en een vijftiental anderen de workshop “Hoe werkt een verhaal?” Deze werd gegeven door illustrator en auteur Iris Boter.
Het plan was om met de auto te gaan (heel lui), maar omdat die niet wilde starten, moesten we op de fiets. Gelukkig was Primera Schippers in Wijhe, waar de workshop werd gegeven, slechts 6 kilometer fietsen. Bij aankomst werden we hartelijk ontvangen door het echtpaar Schippers en kregen we een hapje en een drankje. Daarna was het tijd om een plekje te zoeken in de gezellige hoek met stoelen, tafels en beamer.
Iris Boter vertelde dat een verhaal schrijven in 4 stappen gaat:
- Het materiaal (je fantasie)
- De structuur (wat komt eerst?)
- Het verhaal (het schrijven zelf)
- Het finetunen (de puntjes op de i)
Hoe meer tijd je besteed aan de eerste twee punten, hoe beter een verhaal wordt. Een leerzame en moeilijke les, aangezien ik het liefst meteen met punt 3 begin. Toch weet ik uit ervaring dat wat Iris hierover zegt, wel beter werkt.
Aan de hand van het sprookje over Assepoester vertelde Iris over de 7 punten die in ieder verhaal gevolgd worden. Het maakt daarbij niet uit of het een boek of een film is. In andere bewoordingen hoorde ik hier al eens over en het was fijn om ze nu te kunnen noteren. Onze nieuwe kennis mochten we meteen in de praktijk oefenen. Iris liet drie korte filmpjes zien, waarin wij telkens de 7 punten moesten benoemen. Hoewel het leuk was om te doen, vond ik persoonlijk drie filmpjes een beetje veel.
We kregen nog meer opdrachten. Zo moesten we twee minuten onafgebroken schrijven over pindakaas. Een goede oefening om inspiratie te krijgen. Uiteraard kun je ook een willekeurig ander woord nemen. Een andere oefening was “show, don’t tell”. Hier wist ik al veel van. Het houdt in dat je iets moet laten zien, in plaats van te vertellen. Dus niet: “Hij is boos.”, maar: “Hij sloeg met zijn vuist op tafel.”. Vervolgens liet Iris een serie van twee of drie woorden zien, die steeds een kort verhaal vertelden, zoals “Stoep – Bananenschil – Man”. Na deze voorbeelden mochten we hier zelf mee oefenen. Er kwamen verrassende combinaties uit en het werd duidelijk dat de menselijke geest een rijke verbeeldingskracht heeft. Mijn woordcombinaties waren “Ramenwasser – Haai – Barst” (gejat van een oude reclame over verzekeringen) en “Kikker – Zoenen”.
Het einde van de workshop vond ik wat rommelig. Eerst was de tijd bijna om en vond Iris het lastig te beslissen wat ze nog wilde vertellen. Later gingen we toch nog langer door en leek Iris haar best te doen om de tijd op te vullen. Ze vertelde nog wat over haar kinderboeken en waarom ze ditmaal een thriller (Buiten Bereik) schreef. Ook was er ruimte om vragen te stellen.
Aan het einde van de workshop kreeg Iris een presentje van het echtpaar Schippers en een applaus van de deelnemers. Bij het naar huis gaan ontvingen we nog twee boeken: Schuitje Varen van M.J. Arlidge en een sneak preview van Leven met de wind mee van Jelle Hermus. Ik vond het een leuke en inspirerende workshop.